Zware industrie liet littekens achter in Arnhem: 'Van de zeven kinderen overleden er later vijf aan kanker'
In dit artikel:
Oud-bewoners van Arnhemse wijk Rijnwijk maken zich zorgen over mogelijk ernstige gezondheidsschade door decennialange zware industrie in de omgeving. Tijdens een gemeentelijke bijeenkomst in mei kwamen meer dan veertig ex-Rijnwijkers samen omdat opvallend veel familieleden en buurtgenoten de afgelopen jaren kanker kregen. Een schrijnend voorbeeld: uit één gezin van zeven kinderen ontwikkelden er vijf verschillende vormen van kanker, iets dat betrokkenen niet als toeval beschouwen.
Rijnwijk lag vroeger direct naast een gasfabriek en onder de rook van metaalfabriek Billiton, Rijnstaal en andere bedrijven op industrieterrein Het Broek. Bewoners zoals Peter Broens en Theo Rouwen beschrijven hoe hun families en de buurt jarenlang werden blootgesteld aan stank, zwarte aanslag en giftige uitstoot. Jongeren en arbeiders gingen na het werk naar het familiecafé bij de Westervoortsedijk, vlakbij Billiton; later bleken veel werknemers verhoogde loodwaarden in het bloed te hebben. In de jaren zeventig kreeg het probleem steeds meer aandacht: stakingsdreigingen over stank, massaal ziekteverzuim en in 1974 bleek dat ongeveer de helft van de werknemers te veel lood in het bloed had.
Meerdere incidenten illustreren de ernst van de vervuiling: in 1968 werden koeien ziek of overleden na grazen in de uiterwaarden rond de fabriek; Billiton maakte de zaak met boeren af door schadeloosstelling. Onderzoek toonde vervuilde sloten en zwaar vervuild slib in de Nieuwe Haven. Werknemers en omwonenden herinneren zich zure lekkages, verwoeste beplanting en arbeidsgeneeskundige controles. In 1985 werden twee directeuren van Billiton gearresteerd op verdenking van akkoord gaan met illegale lozingen; het bedrijf betaalde uiteindelijk een geldbedrag aan justitie om de kwestie af te doen.
In de jaren tachtig en negentig vonden afgravingen plaats, onder meer tuinen in ’t Broek werden gesaneerd vanwege loodverontreiniging. Toch rezen in 1989 opnieuw problemen toen loodstof weer in de lucht kwam en kinderen binnen moesten blijven. Billiton sloot in 1993; eigenaar Shell koos toen voor een beperkte sanering en liet resterende verontreiniging inkapselen, met laag gehouden grondwater om verspreiding tegen te gaan. Het terrein is nu in handen van Rijnpark en de gemeente wil het herontwikkelen tot woongebied met milieuvriendelijke bedrijvigheid — maar eerst moet de nog aanwezige vervuiling worden aangepakt; hoe dat precies gebeurt, is onduidelijk.
Vanwege de aanhoudende gezondheidsklachten en vermoedelijke relatie met vroegere verontreiniging is de GGD samen met de gemeente een onderzoek gestart naar klachten van oud-bewoners. Voor veel betrokkenen blijft de vraag of de industrie destijds hun ziekte heeft veroorzaakt — en of de resterende verontreiniging voldoende veilig is gemaakt — centraal en onbeantwoord, terwijl plannen voor woningbouw dwingen tot duidelijke oplossingen.