Woudenberg als dé padelgemeente van Nederland? 'We kunnen er nog vier banen bij hebben'

zaterdag, 23 augustus 2025 (10:01) - de Stentor

In dit artikel:

Tennis- en padelvereniging ’t Schilt in Woudenberg opende in april vijf padelbanen, waarvan twee inpandig, op het sportpark aan de John F. Kennedylaan. Initiatiefnemer en bestuurssecretaris Martin de Bree bedacht het binnenhal-idee toen uitbreiding met twee buitenbanen en een hoge geluidswand een te grote aantasting van de groenzone en buurtzorgen zou betekenen. Na ongeveer twee jaar praten met gemeente, welstandscommissie, het provinciale milieuorgaan (RUD) en omwonenden sleepte het plan erdoor.

De vereniging groeide de afgelopen zeven jaar van ongeveer 300 naar 900 leden; inmiddels telt ’t Schilt bijna 575 padelspelers en is er al weer een wachtlijst. De snelle toename van padel, een dynamische dubbelspelvariant met glazen wanden en compacte rackets, verklaart de drukte: het is relatief snel te leren en trekt bijvoorbeeld veel voetballers die snel toelopen in het spel. Padel wordt daarom gezien als laagdrempelig en verbindend binnen de kleine gemeente — zo’n 90–95 procent van de leden komt uit Woudenberg of directe omgeving.

De keuze voor twee inpandige banen bleek qua kosten niet veel duurder dan buitenbanen met een lange geluidswand en had het voordeel dat geluid binnen blijft. Dat veranderde de houding van omwonenden van tegen naar ondersteunend; hun steun gebruikte de club om de gemeente te overtuigen. Tegelijk kwam er kritiek: eerder had de vereniging al één tennisbaan afgestaan voor padel, iets wat tennissers als verlies ervaren. Uitbreiding blijft dus gevoelig, zowel sociaal als financieel. De club overweegt één of twee extra banen, maar wil eerst de investeringen terugverdienen en rekening houden met de belangen van de tennissers en de beschikbaarheid van banen overdag.

Regionaal springt Woudenberg in verhouding gunstig uit: ruwweg één padelbaan per 3.000 inwoners bij ’t Schilt — veel dichter bezet dan in grotere steden als Amsterdam of Rotterdam — maar De Bree vindt dat er nog steeds te weinig banen zijn. In de buurt is Baarn een vergelijkbare speler; die gemeente heeft zestien banen verdeeld over twee locaties. Verder werkt ’t Schilt aan het opknappen van de kantine (recent door brand nodig) en denkt de club over kleinere kleedkamers, omdat veel padellers al in sportkleding komen.

Kort gezegd: de club speelde politiek, technisch en sociaal slim in op de padelboom door te kiezen voor inpandige banen, wat het draagvlak verhoogde en de geluidsproblemen beperkte. De populariteit blijft groeien, maar verdere uitbreiding vereist nog financiële ruimte en politieke finesse vanwege de gevoeligheid rondom het verlies van tennisfaciliteiten.