Welkom op landgoed Den Paltz en in de wonderlijke wereld van Herman van Veen

zondag, 24 augustus 2025 (13:01) - de Stentor

In dit artikel:

Bij aankomst bij het Herman van Veen Arts Center op landgoed Den Paltz krijgen de bezoekers een ontheemde start: de oprijlaan is alleen toegankelijk voor slecht ter beenen, mensen met een beperking, genodigden of instellingen, zodat auto’s niet zomaar naar het voorplein mogen. Letja Verstijnen, persoonlijke assistente van Van Veen, wuift de bezwaren weg en nodigt de gasten alsnog uit het terrein te verkennen. Op het achterterras van het statige witte landhuis zit de 80‑jarige kunstenaar zelf te praten en te repeteren voor een nieuwe voorstelling; nog herkenbaar door zijn losse blouse en levendige gebaren.

Het artikel is deel van de zomerse serie ‘Thuistoeristen’, die lezers uit de regio Amersfoort wijst op lokale verborgen parels (dit is aflevering 7). Het verhaal schetst zowel het persoonlijke engagement van Herman van Veen als de sfeer en fysieke inrichting van het landgoed. Van Veen en zijn zakelijke partner kochten het vervallen landhuis in 2012 en hebben sindsdien veel tijd, inzet en geld gestoken in restauratie en herbestemming. Het complex huisvest een expositiegebouw, een omgebouwde schuur die dienstdoet als intiem theater‑ en muziekpodium voor circa vijftig bezoekers, en een park met kunstwerken en installaties van vooral jonge makers en van Van Veen zelf.

Een belangrijk onderdeel van het concept van het Arts Center is maatschappelijke toegankelijkheid: minderbedeelden, zoals gezinnen met weinig middelen, ouderen, asielzoekers en mensen met beperkingen, krijgen voorrang bij voorstellingen en kunnen vaak gratis of tegen een gering tarief komen. Van Veen wil het terrein enerzijds een stille, ontdekkingswaardige plek laten blijven — een soort ‘geheim tip’ — maar anderzijds ook openstellen voor iedereen om van kunst en natuur te genieten.

De parkroute ‘Je neus achterna’ leidt langs verrassende kunstvondsten: een levensgrote elandkop die uit het groen steekt, een mysterieuze kluizenaarsgrot, een enorm in hout uitgeholde boomstam met talloze dierfiguren en de originele woonklomp van Alfred Jodocus Kwak, een personage dat Van Veen groot maakte. Langs paden staan borden bij bomen met mannennamen, een knipoog naar een legende over een barones die in vroegere tijden ‘mannen versleet’ en hen na een scheiding een boom schonk.

Historisch gaat de naam Den Paltz terug op Pruisische deserteurs uit de Palts die zich in het verlaten land tussen Soesterberg en Soest vestigden. Rond 1860 kocht jonkheer Jacob Ram grote delen grond en liet het huidige landhuis en park aanleggen naar ontwerp van tuinarchitect Hendrik Copijn. Later, in 1908, liet Louis van Rozenburg er een doolhof en de nu nog bestaande kluizenaarsgrot aanleggen, compleet met een stenen kluizenaar en Latijnse spreuk — elementen die perfect aansluiten bij de magische, theatrale signatuur die Van Veen aan Den Paltz heeft gegeven.

Van Veen bezit nu vijf hectare van het totaal circa 80 hectare grote landgoed; de rest wordt beheerd door Stichting Het Utrechts Landschap. Voor bezoekers biedt Den Paltz een combinatie van rust, theatrale verbeelding en een uitgesproken missie voor culturele inclusie.