Water van rivier tot radiator, hoe werkt deze manier van verwarmen en wat betekent het voor jou?

In dit artikel:

Zutphen onderzoekt of huizen in de stad verwarmd kunnen worden met warmte uit de IJssel. De gemeente, onder meer vertegenwoordigd door wethouder Sjoerd Wannet, werkt aan een pilot in de Componistenbuurt waarbij rivierwater wordt opgepompt, de warmte daarvan via een warmtewisselaar wordt overgedragen aan het lokale warmtenet en met warmtepompen naar circa 70°C wordt gebracht. Zomerwarmte wordt opgeslagen in een groot ondergronds bassin (WKO) om in de winter weer gebruikt te kunnen worden.

Woningeigenaren betalen de aansluiting zelf maar krijgen begeleiding en toegang tot subsidies; belangrijk uitgangspunt is dat de prijs van deze warmte niet hoger mag zijn dan gas, zodat bewoners er niet op achteruitgaan. Kosten bestaan uit vaste abonnementskosten, variabele verbruikskosten en eenmalige aansluitkosten vergelijkbaar met een cv-ketel, waarvan het exacte bedrag nog niet bekend is.

Collectieve warmte uit de rivier kan het elektriciteitsnet ontlasten vergeleken met duizenden individuele warmtepompen en leidt tot aanzienlijke CO2-besparing — de gemeente noemt een besparing van minimaal 95 procent als ondergrens afhankelijk van het ontwerp. Voor noodsituaties blijft een gasketel beschikbaar. Wel onderzoekt Zutphen de ecologische effecten: het onttrekken van warmte kan de rivier iets afkoelen, wat invloed kan hebben op blauwalgenvorming en visbestanden.

Draagvlak onder bewoners is cruciaal; de gemeente organiseert informatiebijeenkomsten om zorgen over leveringszekerheid en aanpassingen in huis weg te nemen. Zutphen werkt met provinciale subsidie aan het project en kijkt bij opschaling naar landelijke regelingen. Als de proef slaagt, moet de methode bijdragen aan de doelstelling om in 2030 een deel van de woningen van het gas te halen en in 2050 CO2-neutraal te zijn; vergelijkbare initiatieven lopen ook in Apeldoorn, Arnhem en Lingewaard.