Voetbalclub De Zweef wil tweede kunstgrasveld, iets waar veel andere Hellendoornse clubs van dromen
In dit artikel:
Vijf amateurclubs in de gemeente Hellendoorn – Sportclub Daarle, SV Haarle, MVV’69 (Marle), SVVN en VV Daarlerveen – hebben op dit moment geen kunstgrasveld. Dat wordt door de clubs als een groot gemis ervaren: kunstgras maakt het mogelijk om onder alle weersomstandigheden te trainen en te spelen en voorkomt daardoor competitievervalsing. De gemeente heeft volgens de clubs een rol in het faciliteren van extra velden.
De grootste club in de gemeente, De Zweef uit Nijverdal, heeft al jarenlang één hoofdveld met kunstgras en dringt nu aan op de aanleg van een tweede kunstgrasveld. De vereniging, met ongeveer duizend leden, zegt dat zij op sportpark Gagelman ruimte en capaciteit tekortkomt om haar sportieve ambities te realiseren.
Een gemeentelijk onderzoek naar de noodzaak van kunstgras, uitgevoerd vorig jaar, concludeerde dat de grootste nood bij SVVN ligt; die club is dan ook als eerste in aanmerking gekomen. Het kunstgrasveld voor SVVN is inmiddels door de KNVB goedgekeurd en klaar voor gebruik. De Zweef stond niet in dat onderzoek en vindt dat onterecht; daarom heeft de club het verzoek om een tweede veld opnieuw ingediend.
De Zweef betwist de rekensystematiek die de gemeente hanteert (gebaseerd op KNVB-normen) en maakte zelf een herberekening waaruit volgens hen volgt dat zij recht heeft op een extra kunstgrasmat. Voor realisatie moet volgens De Zweef geld worden opgenomen in de begroting van 2026.
Tegelijk wijst de club op ontwikkelingen rond buurman en voormalig hoofdsponsor Ten Cate: de multinational bouwt een grote fabriek en wil het omliggende gebied herinrichten tussen Koersendijk, G. van der Muelenweg en de Salland-Twentetunnel. Daardoor kan mogelijk ruimte vrijkomen. De Zweef wil met alle betrokken partijen overleggen om die ruimte optimaal te benutten.
Kortom: meerdere clubs in Hellendoorn signaleren een tekort aan kunstgras en vragen de gemeente om herijking van prioriteiten en financiële middelen, terwijl De Zweef vooral pleit voor een tweede kunstgrasveld en overleg over ruimtelijke kansen door lokale ontwikkelingen.