't Wendelgoor: Een zwembad vol kanaalwater en bomvolle ligweides
In dit artikel:
Alleen de straatnaam Badweg herinnert nog aan zwembad ’t Wendelgoor, dat vanaf 1954 onderaan de Wierdensebrug langs het Twentekanaal lag en in 1988 zijn deuren sloot. Het buitenbad ontstond als gezamenlijke voorziening van Wierden en Almelo: een kom werd uitgegraven naast een zijtak van het kanaal zodat het bad makkelijk met kanaalwater gevuld kon worden. Tot 1968 bleef die kanaalvoeding in gebruik; daarna schakelde men over op leidingwater.
’t Wendelgoor bood een 50-meterzwembad, kleinere baden, een duiktoren en ruime ligweiden en was gedurende zijn bestaan een geliefde zomerbestemming voor de regio. In de jaren zestig en zeventig was er weinig concurrentie: grootschalige recreatieplassen én sportparken met zwembaden verschenen pas later. Dat veranderde toen Almelo in de jaren tachtig besloot een eigen openluchtbad te bouwen en zich terugtrok uit de samenwerking. Bezoekcijfers daalden en het bad werd financieel onhoudbaar; uiteindelijk werd het gesloten.
Bij de ontbinding van de zwembadstichting ontstond een opvallende kwestie: voormalig raadslid en laatst bestuurslid Jan Hammink bleek formeel eigenaar van het terrein en het bad geworden. Na onderzoek en bestudering van statuten droeg hij het drie hectare grote perceel terug aan de gemeente Wierden, onder de afspraak dat het grondgebied voor sportdoeleinden gebruikt moest blijven.
Een deel van de oorspronkelijke ligweide leeft voort als speelveld van rugbyvereniging Big Bulls; langs de kanaaloever vestigden zich later meerdere verenigingen, zoals roeiclub Amycus, hondensportvereniging HSV Almelo, jeu-de-boulesclub De Toss, onderwatersportclub Aragosta, dagbesteding De Toppers en de Reddingsbrigade Wierden. Toch blijft bij inwoners de herinnering aan het grote buitenbad: veel mensen missen de charme van uitgestrekte ligweiden en een 50-meterbad.
Almelo heeft tegenwoordig geen 50-meter buitenbad meer; het vroegere 50-meterbad bij het Sportpark werd al eens gehalveerd en werd later geheel vervangen door een kleiner 25-meterbad. Wie nu een volwaardig 50-meterbad zoekt, moet naar Vroomshoop of Delden. Het lot van ’t Wendelgoor illustreert ook een breder patroon: ééndaagse buitenzwembaden zijn financieel kwetsbaar en vergen vaak gemeentelijke subsidie, zeker na natte zomers. Historisch past het in de ontwikkeling dat vrijetijdszwemmen pas na de industriële revolutie gangbaar werd; veel Twentse baden begonnen zelfs als zandkuilen voordat er badinfrastructuur bij kwam.