Raceteam uit Nieuwleusen maakt van oude racebanden nieuwe producten: 'Snelste laboratorium van de wereld'
In dit artikel:
Het bekende Ten Kate-raceteam uit Nieuwleusen combineert opnieuw sportief succes met koploperswerk op het gebied van duurzaamheid. Terwijl Stefano Manzi dit seizoen de Supersport-stand aanvoert en de dertiende wereldtitel voor de stal in het verschiet ligt, ontwikkelt het team onder leiding van eigenaar Ronald Ten Kate en teammanager Bos innovaties die ver buiten de racecircuits navolging vinden.
In Nieuwleusen wordt geëxperimenteerd met lichtgewicht kuipen van geweven vlas in bio-epoxy — een milieuvriendelijker alternatief voor polyester dat even sterk is. Yamaha toont interesse in de verwerkingswijze, en regionale bedrijven zoals chaletbouwer Arcabo en bouwbedrijf BAM gebruiken het materiaal voor producten als douchebakken en stopcontactklepjes. Ten Kate zegt geen patent te hebben op die toepassing: ze benadrukken vooral dat ze als eerste het werk publiek willen delen.
Een andere belangrijke ontwikkeling richt zich op het hergebruik van racebanden. Manzi verbruikt ongeveer 20 banden per wedstrijdweek en rijdt 15 events per seizoen; normaal gesproken belanden zulke banden als afval vaak in verbranding. Ten Kate heeft een proces ontwikkeld waarbij het rubber wordt vermalen en geperst tot blokjes — informeel getypeerd als ‘maggi-blokjes’ — en via een gepatenteerde methode opnieuw vulkaniseerbaar wordt, zodat er weer wegbanden van gemaakt kunnen worden. Hoewel het rubber niet geschikt is voor topsportkwaliteiten, voldoet het wel voor consumentenwegen. Bandenfabrikanten zoals Pirelli tonen zich geïnteresseerd, en Ten Kate ziet enorme schaalvoordelen als ook andere rijders en disciplines meedoen.
De teamnaam en de sportprestaties worden verbonden aan consumentengoederen: plannen bestaan om straatbanden en zelfs zoolmateriaal voor racelaars (samenwerking met Gaerne) te maken met rubber dat ooit op de motoren van Manzi zat. Ten Kate hoopt in april, rond de thuisrace in Assen, een primeur te presenteren.
Onder de noemer Motonext — gestart in 2018 door Bos — is het initiatief uitgegroeid van kleinschalige proefprojecten tot een ‘vliegwiel’ van samenwerkingen met universiteiten en bedrijven. Voorbeelden: een roeispaan van vlas met de Universiteit Twente en een poging een geëlektrificeerde ambulanceproject weer op gang te brengen. Ook gebruikte olie wordt gefilterd en hergebruikt; Ten Kate benadrukt dat al deze stappen de snelheid en prestaties van de racemotoren niet in gevaar brengen. Het team fungeert zo als praktisch laboratorium dat laat zien dat circulair werken binnen hightech motorsport haalbaar en schaalbaar is.