Noordoost Twente deelt miljoen uit: subsidies voor natuurlijk beheer van agrarische grond
In dit artikel:
Karel Hesselink en Gerard Spekhorst van Gebiedscollectief Noordoost‑Twente krijgen vanaf 2026 meer geld om boeren te betalen voor natuurvriendelijk beheer van landbouwgrond. Het budget van hun collectief stijgt van 1,7 naar 2,7 miljoen euro: een extra miljoen bedoeld als vergoeding aan boeren die delen van hun percelen natuurgerichter beheren. Nationaal is er bovendien 500 miljoen euro beschikbaar, zodat niet 100.000 maar circa 280.000 hectare agrarisch land onder natuurlijk beheer kan komen.
Het doel van de subsidieregeling is het verbeteren van leefgebieden voor weidevogels (zoals grutto, tureluur en wulp), amfibieën (bijv. boomkikker, knoflookpad, kamsalamander) en het aanleggen en onderhouden van landschapselementen zoals houtwallen, akkerstroken en bloemrijke randen. Maatregelen variëren van kruidenrijke akkerranden en later maaien van hooiland tot het graven van plas‑drasgebieden en kikkerpoelen. Het merendeel van de vergoeding — ongeveer 80 procent — compenseert gemiste opbrengsten doordat een perceel minder of niet meer productief is bij dit type beheer.
Inschrijving voor deelname opent maandag 15 september. Deelname is vrijwillig en gebeurt na concrete afspraken: per boer wordt bekeken welk beheer praktisch en ecologisch zinvol is, waarna een beheerplan voor zes jaar wordt vastgelegd. Het collectief biedt ook ondersteuning en cursussen, omdat veel agrarische opleidingen vooral draaien om productiedoelen en minder om onderhoud van bijvoorbeeld houtwallen.
De 500 miljoen euro komt uit overgebleven middelen nadat eerder geplande stikstofmaatregelen werden aangepast; een deel van dat bedrag is nu specifiek bestemd voor agrarische natuurdoelen en wordt via gebiedscollectieven en provincies verdeeld. Gebiedscollectieven zijn samenwerkingsverbanden van boeren en grondeigenaren (soms met natuurorganisaties) die plannen indienen bij de provincie; na goedkeuring stroomt het geld via het collectief naar de deelnemers.
Praktijkvoorbeelden in Noordoost‑Twente laten zien dat ingezaaide bloemstroken insecten en vogels aantrekken en zo de lokale ecologische kringloop versterken. Hesselink en Spekhorst hopen op veel aanmeldingen zodat het natuurnetwerk in het landbouwlandschap kan worden uitgebreid.