Hoe Audrey Hepburn zich jarenlang inzette voor gehandicapte militairen in Nederland

In dit artikel:

Als kind maakte Audrey Hepburn de oorlog mee in Arnhem en Velp; die ervaringen zouden volgens de Nijmeegse journalist en politicoloog Fred Lardenoye bepalend zijn voor haar latere betrokkenheid bij Nederlandse veteranenzaken. Negen jaar na de oorlog, in november 1954, kwam Hepburn terug naar Nederland en zamelde in vijf dagen geld in voor de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO). Destijds had ze al faam als filmster dankzij titels als Roman Holiday en Sabrina.

Lardenoye beschrijft in zijn boek Een van de mooiste organisaties van uw land. Audrey Hepburn en de BNMO de bijzondere relatie tussen Hepburn en de bond, die zich inzet voor invalide militairen en ook actief is in de gehandicaptensport. Volgens hem zette Hepburn zowel de organisatie als de tot dan toe gebrekkige zorg voor Nederlandse militairen flink op de kaart en liet ze een blijvende erfenis achter. Ze bleef in latere jaren terugkeren als ambassadrice en schonk zelf de jaarlijkse Audrey Hepburn Trofee aan de BNMO; die prijs wordt nog steeds toegekend aan personen of instellingen die zich uitzonderlijk inzetten voor oorlogsslachtoffers of de gehandicaptensport.

Lardenoye presenteerde zijn boek tijdens het tachtigjarig jubileum van de BNMO bij het Nederlands Veteraneninstituut in Doorn. Het boek verschijnt op 2 september bij Quo Vadis Uitgeverij en kost 24,95 euro. Hepburn beëindigde haar Nederlandse activistische werk toen ze in 1986 fulltime voor Unicef ging werken.