Help! Gaat zonnesnelweg A35 straks concurreren met mijn eigen panelen?
In dit artikel:
Langs grote delen van de A35 is een plan voor een strook zonnevelden van circa 50 kilometer voorgesteld: duizenden panelen die samen stroom zouden leveren voor grofweg 35.000 huishoudens. Dat stuit op verontwaardiging bij veel Twentenaren die zelf op hun dak investeerden in zonnepanelen en zich zorgen maken nu de salderingsregeling vanaf 2027 stapsgewijs wordt afgebouwd. “Wij krijgen straks niets meer voor onze zonnepanelen, en dan komen er wél nieuwe parken?”, klinkt het in reacties.
Energiecoach Han Smelt nuanceert die verontwaardiging: de energietransitie is een overgang van centrale opwek naar veel lokale opwekking — op daken, parkeerplaatsen en ook langs snelwegen. De keuze voor bermen en taluds is bewust gemaakt om vruchtbare landbouwgrond te sparen; Rijkswaterstaat hielp bij het aanwijzen van deze ruimte. Toch hebben grootschalige zonneparken precies hetzelfde probleem als particulieren: tijdens zonnige periodes valt er te veel stroom aan, waardoor de prijs zo laag kan worden dat het netbeheer geld moet toeleggen om het af te voeren. “We zitten in hetzelfde schuitje,” zegt Smelt.
De oplossing ligt niet alleen in meer capaciteit, maar in slimmer gebruik: opslag (bijvoorbeeld accu’s), lokaal verbruik en delen via energiecoöperaties zodat ook mensen zonder eigen panelen meeprofiteren en invloed hebben. Exploitanten van zonneparken krijgen te maken met dezelfde marktcondities en moeten net als particulieren nadenken over opslag en flexibiliteit.
Ook windenergie blijft onderdeel van de mix: in Twente komen na politieke en lokale weerstand nu toch windprojecten op gang, wat samen met zon voor een completere aanbodmix kan zorgen. De realisatie van het zonnepark langs de A35 staat nog in de planning: eerst moeten terreinaanpassingen en een aanbesteding plaatsvinden; bouwstart is pas voorzien in 2029.
Kort gezegd: de A35-zonnevelden zijn bedoeld om ruimtebesparend extra capaciteit te maken, maar ze brengen dezelfde logistieke en marktuitdagingen met zich mee als kleinschalige opwekking. De nadruk verschuift naar zelfgebruik, opslag en lokaal delen — mits projecten “slim worden ingericht”.