Eppie (85) verloor drie kinderen: hoe hij als supervrijwilliger op de been bleef
In dit artikel:
Egbert “Eppie” Dubbink (85) is een bekende figuur in Daarle: oud‑bakker, kruidenier en de man van de SRV‑wagen, die 40 jaar als koster van de gereformeerde kerk aan de Dalvoordeweg voor de achtervang zorgde. Sinds 1985 opende hij vrijwel dagelijks de deuren van kerk en zalencentrum, zette de verwarming en koffie klaar, stak kaarsen aan en hield vanuit zijn vaste plek in de kerkbanken het overzicht tijdens diensten. Zondagochtend nam de gemeente in een speciale dienst afscheid van hem; predikant Bert‑Jan Heusinkveld, met wie Eppie een goede klik had, leidde de dienst.
Achter de behulpzame verschijning schuilt een leven van ingrijpend verlies. Eppie vertelt dat zijn twee jonge dochters, Erna (3) en Willemien (6), meervoudig gehandicapt waren en binnen een jaar overleden. Medisch onderzoek wees op erfelijke oorzaken; zijn vrouw Ina, een verre familielijn uit Vroomshoop, liet zich daarop steriliseren. Jaren later adopteerden ze twee kinderen, maar ook die vreugde werd overschaduwd: adoptiezoon Joost verongelukte in 2001 op 24‑jarige leeftijd toen de auto waarin hij zat tegen een boom reed. “Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan mijn kinderen denk,” zegt Eppie, zichtbaar emotioneel. Die opeenvolgende tragediën maakten hem diep gelovig, maar ook zoekend: “Waarom wij?”
Ondanks persoonlijk verdriet heeft Eppie zich nooit teruggetrokken. Hij prijst de warmte en steun van het dorp na de verliezen en voelt de behoefte iets terug te doen. Daardoor is hij een onvermoeibare vrijwilliger geworden: van kerkelijke taken tot lokale evenementen zoals de avondwandelvierdaagse, fietstweedaagse, kalveropfokclub en het wekelijks schoonmaken van kleedkamers bij Sportclub Daarle met andere gepensioneerden. “Van stilzitten word ik chagrijnig,” zegt hij; actie en dienstbaarheid geven hem richting.
Zijn besluit om te stoppen als koster is het gevolg van meerdere factoren: zijn leeftijd, de ziekte van zijn vrouw en het vertrek van dominee Heusinkveld naar Barneveld. Hoewel hij zijn taken overdraagt en verwacht minder vaak nodig te zijn, wil hij in de kerk blijven als bezoeker en blijft hij beschikbaar als men hem nodig heeft. De gereformeerde kerk, waar zijn ouders hun huwelijksinzegening hadden en die al sinds 1933 dienstdoet, bleef lange tijd zijn tweede thuis — een plek waar Eppie voor anderen zorgde en waar het dorp terug konvallen op zijn toegewijde inzet.