Enige in Kamp Amersfoort geboren baby, nu 82 jaar, overleefde de oorlog: 'Een verbijsterend verhaal'
In dit artikel:
Onderzoekers van Nationaal Monument Kamp Amersfoort hebben de enige baby die in het kamp werd geboren weten op te sporen: de 82‑jarige Raymond Kesnig woont in België en overleefde de Tweede Wereldoorlog ondanks zware mishandelingen en blijvende gezondheidsklachten. Historicus Floris van Dijk en collega René Veldhuizen legden zijn levensloop vast met hulp van een gebarentolk; zij troffen een geestige, alerte man aan die pas recentelijk hoorde dat hij in Amersfoort was geboren.
Raymonds ouders, kapper Hartog Kesnig en Esther Kesnig‑van Loggem, kwamen op 17 mei 1943 vanuit kamp Westerbork aan in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, in een groep van 573 Joodse gevangenen. Esther was hoogzwanger en enkele dagen later werd Raymond geboren in het Sint Elisabeth‑ziekenhuis van Amersfoort; bij terugkeer in het kamp kreeg het jongetje registratienummer 574. Dat hij het enigszins verklaarbaar overleefde heeft deels te maken met de samenstelling van het kamp: van de circa 47.000 gevangenen waren er slechts ongeveer 700 vrouwen, en veel gevangenen werden snel weer weggevoerd.
In januari 1944 reisde het gezin via Westerbork met het eerste transport naar concentratiekamp Bergen‑Belsen, waar de omstandigheden dodelijk waren en het aantal slachtoffers in het laatste oorlogsjaar opliep tot tienduizenden. Toen bewakers Raymond ontdekten nadat zijn gehuil hem verried, werd hij door een kampbewaker uit zijn moeder’s armen gesmeten; hij raakte daarbij doof en droeg later littekens van vlektyfus en krijgt epileptische aanvallen. Beide grootouders kwamen in het kamp om; opa overleed tijdens de treinreis bij de bevrijding. Hartog, Esther en Raymond overleefden uiteindelijk het laatste transport in april 1945.
Na de oorlog emigreerde het gezin eerst naar Zuid‑Afrika, kreeg daar nog twee kinderen en keerde eind jaren vijftig terug naar Nederland uit afkeer van het apartheidsbeleid. Raymond leidde daarna een zwerftocht over de wereld — België, Israël en opnieuw Zuid‑Afrika — en vestigde zich midden jaren tachtig voor langere tijd in België.
Kamp Amersfoort huisvestte tussen augustus 1941 en de overdracht aan het Rode Kruis op 19 april 1945 ongeveer 47.000 gevangenen; er vonden ruim achthonderd transporten naar andere kampen plaats en in het kamp zelf stierven 662 mensen door executies, mishandeling of uitputting. Het verhaal van Raymond benadrukt zowel de uitzonderlijke overleving als de langdurige fysieke en sociale gevolgen voor een gezin dat de Holocaust ternauwernood overleefde.