Elias Z. (22) reed in Hengelo een man dood en toch loopt hij alweer vrij rond

woensdag, 27 augustus 2025 (19:44) - de Stentor

In dit artikel:

Elias Z. (22), geboren in Enschede en woonachtig in Gronau, is uit voorarrest vrijgelaten nadat hij in maart op de Diamantstraat in Hengelo een dodelijk ongeluk veroorzaakte. Op 3 maart reed zijn Audi RS3 met 186 km/u frontaal op een auto waarin een 49-jarige Hengeloër zat; het slachtoffer overleed ter plaatse. Het Openbaar Ministerie verdenkt Z. van doodslag, waardoor de zaak volgens het Wetboek van Strafrecht wordt behandeld en een zwaardere straf mogelijk is dan bij een normale afhandeling onder de Wegenverkeerswet.

Deze week stond een tweede voorbereidende zitting gepland bij de rechtbank in Almelo om te beslissen over verlenging van zijn voorarrest. Omdat het hof eerder toestemming gaf om Z. voorlopig vrij te laten — op basis van door zijn advocaat aangevoerde “zwaarwegende persoonlijke belangen” — hoefde die zitting niet door te gaan en was Z. afwezig. Hij is teruggekeerd naar zijn gezin in Gronau; zijn echtgenote verblijft tijdelijk bij haar ouders en het stel kampt met schulden. De Audi was niet verzekerd, waardoor Z. financieel aansprakelijk is; volgens zijn advocaat heeft de familie echter garant gestaan.

Onderzoek door een psycholoog en een psychiater wees uit dat eventuele psychische factoren geen invloed hebben gehad op zijn gedrag rond het ongeval, aldus de aanklager. Politieonderzoek op basis van gps-gegevens uit de auto en telefoongegevens toont volgens het OM een patroon van herhaalde extreem hard rijden. Zo zou Z. op 2 maart de A1 naar de A35 in ongeveer 17 minuten hebben afgelegd, met een gemiddelde snelheid boven de 200 km/u, en in februari zou hij naar verluidt in Enschede 90 keer harder dan 120 km/u in de bebouwde kom hebben gereden — iets waar Z. ontkent zelf achter het stuur te hebben gezeten. De officier van justitie noemt het rijgedrag structureel en stelt dat Z. de kans op dodelijke afloop bewust op de koop nam.

De strafzaak gaat op 20 november verder; dan kunnen mogelijk ook de nabestaanden van het slachtoffer het woord voeren.