Basir hoorde hoe zijn dochter werd vermoord, nu strijdt hij voor vrouwenrechten: 'Voor hen is het elke dag oorlog'

zaterdag, 30 augustus 2025 (16:01) - de Stentor

In dit artikel:

Abdul Basir Shafaq (72) kwam in 2018 met zijn vrouw Balqis naar Nederland en woont sinds kort in een flat in de Kruiskamp in Amersfoort. Oorspronkelijk uit de provincie Logar, werkte hij in Afghanistan als leraar, schooldirecteur en journalist. Tijdens de Sovjet-invasie in de jaren tachtig maakte hij het oorlogsgeweld van dichtbij mee; hij belandde eind jaren tachtig een jaar in de beruchte Pul-e-Charkhi-gevangenis en vluchtte in 1996 naar Pakistan toen de Taliban voor het eerst aan de macht kwam. Na 2001 keerde hij terug en werkte tot 2015 voor USAID. In dat rampjaar werd zijn 32-jarige dochter in Kabul vermoord; zijn andere zes kinderen wonen verspreid over de wereld.

Basir wijdt zijn verblijf in Nederland aan schrijven en activisme rond de positie van Afghaanse vrouwen, die onder het huidige Taliban-regime steeds verder worden uitgesloten van onderwijs en samenleving. Zijn in het Farsi geschreven boeken zijn in het Nederlands verschenen — titels als Het meisje achter het raam en Levend begraven — en hij biedt al zijn werk gratis online aan omdat publiceren in Afghanistan onmogelijk is. Over de situatie zegt hij kernachtig: "Ze mogen helemaal niets." Hij verwijst ook naar VN-onderzoeken die aantonen dat veel vrouwen extreem geïsoleerd zijn en dat zelfs zelfmoordpogingen zijn gemeld sinds de Taliban in 2021 opnieuw de macht overnamen.

In Amersfoort is Basir actief als verbindende figuur binnen de relatief kleine Afghaanse gemeenschap (circa 850 mensen). Er is geen formele ontmoetingsplek, maar hij ontvangt wekelijks tien à twaalf landgenoten in zijn woning om te praten. Hij bezoekt daarnaast regelmatig het Lutherse kerkje in de Langestraat voor informele gesprekken en benadrukt dat hij vanaf zijn eerste dag in Nederland aan integratie heeft gewerkt; zijn Nederlands is goed en hij gebruikt Google Translate waar nodig. Psychologische hulp in Nederland heeft hem geholpen bij het verwerken van oorlogstrauma’s en hij voelt zich hier veilig, ook omdat Nederland zich anders opstelt dan landen waar terugzendingen van Afghanen met strafblad plaatsvonden.

Creatief blijven schrijven is een levenslijn: naast verhalen en poëzie tekent hij en hangt hij portretten en afbeeldingen van denkers als Copernicus, Spinoza en Rumi in zijn woning. Hij werkt aan een nieuw boek met de werktitel Ik heb mezelf gevonden, vormgegeven als een pamflet tegen extremisme. Terugkeren naar Afghanistan sluit hij uit zolang de Taliban er aan de macht zijn; veel familieleden wonen er nog en hij volgt de ontwikkelingen met grote zorg. Zijn persoonlijke geschiedenis — van gevangenis en verlies tot nieuw bestaan in Nederland — vormt de achtergrond van zijn inzet voor vrouwenrechten en zijn oproep om het menselijk geweld in vraag te stellen.